Doel
De kwaliteiten en vaardigheden van zakelijk leiders in de culturele sector versterken en verdiepen. De leergang biedt door zijn brede en diverse inbreng aan expertise kansen om de culturele sector duurzaam – en op gelijkwaardige voet – te verbinden met organisaties en ondernemers die dezelfde waarden delen: creativiteit, verbeeldingskracht, ondernemerschap, verbinding, ontmoeting, nieuwsgierigheid.
Perspectief
Met deze leergang kan een start gemaakt worden met het duurzaam versterken van een nieuwe generatie stevige zakelijk leiders. De kunsten hebben deze professionals nodig om in de toekomst een rol van betekenis te blijven spelen in de maatschappij. Daartoe zijn veranderingen nodig in ondernemerschap, strategieontwikkeling, publieksbenadering en nieuwe vormen van partnerschappen. Door te investeren in de mensen die het mogelijk maken, kunnen de kunsten ons in de toekomst dagelijks blijven verrassen met nieuwe ideeën.
Doelgroep
Professionals van binnen én buiten de culturele sector die zich stevig willen verdiepen in het vak van zakelijk manager in de culturele sector. Ze hebben ongeveer 5-7 jaar werkervaring, waarvan de laatste jaren met significante verantwoordelijkheid binnen organisaties of projecten.
Waarin onderscheidt de Maarten Maartens leergang zich?
Bestaande initiatieven richten zich veelal op (persoonlijk) leiderschap en/of ondersteuning van de dagelijkse werkpraktijk. Het belangrijkste verschil is dat de Maarten Maartens leergang echt gaat over opleiden. Deze leergang wil zakelijke talenten klaarstomen en laten doorstromen naar de top. Een dergelijk opleiding is uniek in Nederland
De leergang onderscheidt zich op de volgende elementen:
•Verdieping van zakelijk leiden en ondernemerschap, minder gericht op algemeen leiderschap
•Ontwerp door de sector en opleidingsexpert(s) samen
•Smaller en dus specifieker profiel dan ‘leiderschapsopleidingen’ in de culturele sector
•SBI als stevige partner met groot netwerk in het bedrijfsleven.
•Lange looptijd, continuïteit van leren
•Incorporatie van leerstof door actief experimenteren en in de praktijk brengen
•Leren van en met andere domeinen
•Instapniveau ‘post-emerging’